Vorming

(en français)

Voor iedere psychoanalytische vereniging neemt het doorgeven van het gedachtegoed een essentiële plaats in. Dat is niet anders voor de BSP-EBP die daarom de vorming van psychoanalytici en de eigen manier waarop dit gebeurt continu in vraag stelt. Met als gevolg dat er sedert de oprichting verschillende wijzigingen zijn gebeurd.

Maar er is ook een element constant gebleven: de opleiding gebeurt in drie tijden. Een eerste tijd behelst de inschrijving in de School en de deelname aan haar activiteiten. In een tweede tijd neemt de psychoanalytische praktijk een centrale plaats in. Daartoe behoort o.a. de supervisie en de persoonlijke vorming en doorwerking in dialoog met de anderen. Ten slotte is er de tijd waarin de kandidaat zich persoonlijk positioneert tegenover de psychoanalyse, tegenover (het opnemen van) zijn/haar verantwoordelijkheid binnen het institutionele kader en tegenover zijn/haar engagement in de transmissie.

De persoonlijke analyse blijft de grondslag van de vorming. Daarom moet deze zo ver mogelijk doorgedreven worden, tegen een regelmatig ritme van driemaal per week, op de divan. Volgens de School is deze ervaring onontbeerlijk voor het eigen analytische traject.

Het moment waarop de overgang van divan naar zetel plaatsvindt, wordt niet door de School bepaald. Dat hangt af van de verantwoordelijkheidszin en het verlangen van de analyticus/a.
Op dit niveau speelt de supervisie een fundamentele rol voor de vorming van de analyticus/a. Supervisie is een manier van werken waarbij de dynamiek van de overdracht besproken en uitgediept wordt. Ze biedt de analyticus/a in opleiding de mogelijkheid om met een ander te reflecteren over de analyse die hij/zij leidt.

De theoretische opleiding vormt de derde pijler van het analytische vormingsparcours. Men wordt geconfronteerd met de geschriften van Freud, Lacan en andere psychoanalytici die elk hun theorie hebben opgebouwd en doorgegeven. Kritische reflectie en discussie over het psychoanalytische ideeëngoed van Freud tot heden kenmerken het theoretische denkwerk van de School. De seminaries, de intervisiegroepen, de klinische voormiddagen, de lezingen en de studiedagen dragen hiervan de stempel.

Deze vorming houdt ook een engagement in. Dat betekent gedeelde verantwoordelijkheid. Enerzijds biedt de School de analyticus/ca in opleiding zoveel mogelijk gelegenheden om samen te komen, te reflecteren en te discussiëren, anderzijds verwacht ze dat de analyticus/ca in opleiding zich van zijn of haar kant actief engageert in dit parcours.

Deze vorming impliceert eveneens dat men de collega’s betrekt bij het psychoanalytische traject door uitdrukking te geven aan zijn/haar persoonlijke werk, door over de eigen praktijk en de eigen theoretische vraagstellingen te getuigen: (zoals bijvoorbeeld door het animeren van een atelier op de klinische dag van Hélécine, door een tussenkomst op de Dagen van de School in Juni, door een vrijdagavondlezing, door een artikel…).

Psychoanalyticus/a worden

Deze tekst is een samenvatting van de informatie in het huishoudelijk reglement van de Belgische School voor Psychoanalyse.

De voorwaarden

Om tot de School toe te treden moet men persoonlijk psychoanalytisch werk verrichten met een psychoanalyticus. Veel mensen die tot de School toetreden zijn klinisch psychologen of psychiaters, maar wij aanvaarden ook mensen met andere diploma’s (over het algemeen minstens een bachelordiploma), op voorwaarde dat zij ervoor zorgen dat zij hun opleiding voltooien door cursussen te volgen die hen een basisopleiding geven in de verschillende vakken die verband houden met psychoanalyse en aanverwante wetenschappen.

De participant

Op basis van deze voorwaarden kan men zich aanmelden als participant. Daartoe is het nodig om:

● een sollicitatie- en motivatiebrief te sturen naar het bureau van de School. Dit bureau zal onderzoeken of aan de voorwaarden is voldaan en, zo ja, de persoon voorstellen om de secretaris van de participanten te ontmoeten.

● vervolgens een afspraak te maken en de “secretaris van de participanten” te ontmoeten. Het gesprek richt zich op de belangstelling van de aanvrager voor psychoanalyse en zijn/haar wens om betrokken te raken bij een psychoanalytische vereniging. Dit gesprek is ook bedoeld om vragen te beantwoorden over het leven van de School en de organisatie van haar werk.

De “Secretaris van de participanten” brengt vervolgens verslag uit over die aanvraag aan de Raad van Bestuur, die beslist. De beslissing wordt door het Bureau aan de aanvrager meegedeeld.

Zodra de aanvraag is aanvaard, neemt de persoon deel aan de werkzaamheden van de School (seminaries, lezingen, klinische dagen, enz.) voor een aanzienlijke periode, meestal meerdere jaren.

Deze deelname betekent geenszins dat de persoon zich psychoanalyticus of lid van de Belgische School voor Psychoanalyse mag noemen.

De deelnameprijs bedraagt 200 €.

Het geassocieerd lid

Een participant die lid wenst te worden, moet dit eerst melden aan het Bureau, dat onderzoekt of hij/zij aan de volgende minimumvoorwaarden voldoet:

1. Een universitaire opleiding hebben in de klinische psychologie of psychiatrie, of een opleiding die door het bestuur als gelijkwaardig wordt beschouwd,

2. Een klinische opleiding hebben genoten (stage in de psychiatrie onder toezicht van ten minste 6 maanden halftijds, waarvan het project ter goedkeuring aan het Bureau moet worden voorgelegd).

3. Voldoende hebben gewerkt aan fundamentele teksten in verschillende seminars en, in het algemeen, gedurende een aanzienlijke periode hebben deelgenomen aan het door de school aangeboden onderwijs.

De deelnemer ontmoet vervolgens drie leden van de Jury (exclusief zijn of haar eigen analist, die niet aan de beraadslagingen deelneemt), en spreekt over zijn of haar ervaring met analyse, zijn of haar wens om als psychoanaliyticus/a te werken, en eventuele vragen die deze passage oproept. De jury beoordeelt of hij of zij in zijn of haar persoonlijke analyse, in de seminaries en in het leven van de School voldoende heeft gewerkt aan de vragen om “psychoanalyticus/a te worden”. De beslissing op basis van het getuigenis van de drie leden wordt genomen door een meerderheid van de juryleden. De voorzitter van de jury brengt de deelnemer schriftelijk op de hoogte en stelt hem/haar een ontmoeting voor.

Eens aanvaard als geassocieerd lid, zet hij/zij zijn/haar opleiding als psychoanalyticus/a voort op persoonlijk, praktisch (supervisies) en theoretisch (seminaries…) vlak. Hij/zij wordt geassocieerd lid van de vzw en neemt in die zin deel aan de organisatie van de transmissie van de psychoanalyse. Hij/zij kan, indien hij/zij dit wenst, een seminarie leiden.

Het jaarlijkse lidgeld bedraagt 300 €.

Het titulaire lid

Het geassocieerd lid dat titulair lid wenst te worden, dient een aanvraag in bij het Bureau, met vermelding van zijn traject binnen de EBP-BSP en het supervisiewerk dat hij heeft verricht (met minstens twee analisten).

Het Bureau zal een kartel organiseren met als doel collegiaal werk te verrichten rond het verlangen van de psychoanalyticus/a als verderzetting van een opleiding gebaseerd op de psychoanalytische praktijk van de kandidaat. Dit kartel zal bestaan uit twee door de kandidaat gekozen titulaire leden (waarvan er één lid mag zijn van een andere psychoanalytische vereniging) en twee door loting gekozen titulaire leden. Het heeft een maximale duur van één jaar en omvat ten minste drie werkvergaderingen. De leden van het kartel (zonder de aanvrager) zullen hun ervaring aantonen en hun conclusies meedelen aan de jury, die bij gewone meerderheid zal beslissen of de aanvrager als titulair lid wordt aanvaard. De beslissing wordt aan de aanvrager meegedeeld door de voorzitter van de jury, die de aanvrager zo nodig ontmoet.

Het titulaire lid neemt actief deel aan de overdracht van de psychoanalyse, met name door het organiseren van seminaries, het geven van lezingen, enz.

Het jaarlijkse lidgeld bedraagt 300 €.